Zaanstreek (mon amour?)

Is het mijn schuld
dat ik ben verdwaald
in dit gebied
en geen weg terug
wil vinden? 

De wind roept:
vertrouw maar op de
geur van industrie.
Zie, hoe fier ze daar staan
de gebouwen.
de werkers uit het begin.
de ADELAAR: om mijn tijd
in stand te houden
waak ik over hen
zo vergeten ze niet
hoe het begon

Een meeuw vliegt in
het oog van de herfst
de winter in de rug.
Over de oude Zaan
hangt nevel die
weemoedig stemt.
Hoe verdroeg men vroeger
de eenzaamheid?
Werken aan een bestaan
voor het nageslacht.
Harde werkers
zonder woorden.

(c) Geraldine Bank-Caenen

2017-09-12T19:18:54+00:00 Gedichten Geraldine Bank-Caenen|

Geef een reactie